Abel wordt geboren. Hij had de hele zwangerschap de bijnaam Arie. Pas na een tijdje kwamen wij er achter dat bij grootvaders (voor Abel overgrootvaders) aan Arie heetten. Als Mariska 20 weken is, maken wij een reis naar Bali.
De geboorte was voor mij een indrukwekkende ervaring. In het ziekenhuis werk Mariska ingeleid. Ze was een paar dagen overtijd en volgende de gynaecoloog werd Abel te groot. Mariska kreeg hierdoor een wezenstorm en bij de eerst perswee kwam Abel op aarde. Ik weet nog heel goed wat ik voelde. Ik voelde een diepe vrede met het feit dat we dood gaan. Een innerlijk weten dat het leven rond is. Een komen en een gaan. Omdat hij komt, is het logisch dat ik een keer ga.
Wat ik ook realiseerde, niet eerder zo sterk, is dat ik me ergens een voorstelling van kan maken, maar dat het niet in de buurt komt van het werkelijke gevoel. Het gevoel vader te zijn van je eigen kind. Zo groot, dat het niet in de buurt komt van de beste poging er een voorstelling van te maken. Later zou ik me nog vaker realiseren. Het is belangrijk iets te ervaren om het te kunnen begrijpen.
