Quotes uit zijn boek:

Het dagboek als Camera Obscura

Willem Oltmans

‘De sleutel tot het voorkomen van een fatale ondergang ligt in ons hoofd, nergens anders’. 

‘Een dagboek beschrijft de belevingswereld van een ziel. Met vindt er de meest accurate weergave van wat een individu beweegt in terug. Uit persoonlijke notitie’s kunnen we lering trekken ten aanzien van het verbeteren van het management van ons brein en ons leven’. 

‘Aan de hand van meer waarheid omtrent het verleden wordt de werkelijkheid beter hanteerbaar, zodat onze belevingswereld zich niet voortdurend verliest in fantasie en onwerkelijkheid’. 

‘Ik weet uit ervaring dat dagelijkse notities een onmisbare bijdrage vorm bij het onderzoek naar meer waarheid en werkelijkheid bij het hanteren van de ‘eigen-Ik’. Amnesia schijnt ons lot te zijn. Of, zoals Santayana het eens formuleerde, ‘By not remembering the past, we are condemned to repeat it’. 

‘Denken, laat staan denken over ons zelf, en vervolgens besluiten aan de hand van onware informatie, brengt ons voortdurend verder van huis. Hoe weten we zo zeker, wat we veronderstellen absoluut zeker te weten? We gaan bovendien op meningen van anderen af, die dikwijls niet worden gecontroleerd, of waarbij we ons niet in een positie bevinden om de waarheid ervan na te gaan. Wat media en de televisie voorschotelen wordt maar al te dikwijls als waar geregistreerd. Ergens zeker van zijn zou de uitkomst moeten zijn van een objectief onderzoek naar de werkelijke gang van zaken in de werkelijke wereld. In plaats daarvan, wordt er als vanzelfsprekend vanuit gegaan, dat ook door anderen met overtuiging verkondigde meningen gebaseerd zijn op nuchter denken. In de praktijk gebeurt niets van dit alles. Aan de lopende band worden we misleid en misleiden we onszelf met verzinsels en emotionele drogredenen, waardoor we zeker ten dele over een pakket meningen gaan beschikken, die geheel of gedeeltelijk onwaar zijn’. 

‘Na wat ik in Jakarta beleefde zou ik mij voortaan uitsluitend laten leiden door eigen waarneming met een extra toegevoegd mechanisme om op mijn hoede te zijn voor mogelijke vooroordelen, die ik van elders zou kunnen hebben meegenomen’. 

‘De ‘mind’ heeft de negatieve neiging om zich af te schermen voor informatie, die in strijd is met reeds gevormde meningen en overtuigingen, om niet te spreken van de ‘communis opinio’ van het grote publiek. In Amerika wordt dit afweer-mechanisme omschreven als ‘dimmen Awareness.’ Een andere term, ontworpen door de psychiater, Robert Jay Lifton, is ‘psychic numbing,’ een vorm van psychisch murw worden.’

‘De mind bewierookt de ‘eigen-Ik’ een leven lang.’

‘Een dagboek licht een tip van de sluier op, misschien zelfs wel meer. Het is als een documentaire over een privé ‘mind’. We noteren dagelijkse ervaringen. We houden correspondentie bij. We verzamelen knipsels, foto’s, films, audio- en video-opnames. En toch zullen herinneringen, hoe ijverig en toegewijd ook verzameld, met ‘boobytraps’ bezaaide ‘mind’-velden blijven. Freud sprak over ‘het openen van een geheime kamer van het geheime leven.’ Andre Gide, die redelijk gedisciplineerd een dagboek bijhield, dacht in goede gemoede, dat hij dus de bezitter was van deze geheime wereld. Hij alleen beschikte over de sleutel, die er toegang tot verschafte. In werkelijkheid moet de combinatie tot de super-kluis bestaande uit 280.000.000.000.000.000.000 stukjes informatie in de hersens nog worden gevonden. Gide beheerde hoogstens het gedeelte van zijn brein, waar hij aantekeningen over maakte. Het leverde hem tenminste enige controle over de fabels in zijn hoofd op. Thoreau omschreef een dagboek eens als ‘het hele hebben en houden van de ziel.’ Sigmund Freud onderscheidde zich radicaal van zijn voorgangers, omdat hij er zijn levenswerk van maakte zoveel mogelijk van dit hebben en houden te begrijpen. ‘Zijn geniet’, schreef Peter Gay van Yale University, ‘leidde tot een revolutie in de psychologie, opvoedkunde, sociologie, antropologie, literatuur, theologie, ethica en de geschiedenis.’ Freud toonde onomstotelijk aan hoe wij ons de meest elementaire drijfveren van de menselijke natuur, niet bewust waren. Hij stimuleerde introspectie, wat naar de ontdekking van de pyscho-analyse zou leiden.’

‘De journalist, die een dagboek heeft bijgehouden, kan bewijzen, dat bepaalde verhalen, die de ronde doen, onwaar zijn of uit de duim zijn gezogen. Ooggetuige reportages bestrijden mythen en zullen tijdloos zijn. Odysseus berichtte over zijn ervaringen in de Trojaanse oorlog, zoals Oliver Stone zijn herinneringen aan de oorlog in Vietnam in de film ‘Platoon’ vastlegde. Dagboeknotitie’s behouden hun historische relevantie als betrouwbare bron van informatie over een bepaald epoque uit de geschiedenis. Of zoals ‘Time’ schreef, ‘Journalism is the first draft of history.’ Ook het podium, waarop levensverhalen zich door de eeuwen heen voltrekken, zal steeds anders zijn. De acteurs in het levens-theater zullen vogels van de meest uiteenlopende pluimage zijn. Dit maakte dagboek-notitie’s juist aantrekkelijk. Nadat Goethe het drama van de jonge Werther had behandeld was daarmee het onderwerp van geestelijke radeloosheid allerminst voor altijd afgedaan. Wat Marie Antoinette bezielde op weg naar de guillotine zal dieptepsychologisch weinig hebben verschild van wat er door de man heen ging, die in Sing-Sing wachtte om met een injectie-naald te worden gedood. Zolang er mensen zijn zullen er dagboeken worden beschreven. De actualiteit blijft boeien, want ‘the Sand takes lines unknown’. 

‘ Nederlanders, die, zoals Multatuli schreef, ‘de wereldzeeën bevoeren om den verdoolden Javaan het Christendom te brengen,’ zijn naast kooplieden, voortrekkers, missionarissen en avonturiers, altijd buitengewoon bemoeizuchtig geweest, vooral wanneer het ging om anderen oplossingen voor hun problemen voor te schrijven.’ 

‘Beschikte Nederland over een journalist van het kaliber van Bob Woodward (Watergate-Irangate), zouden Van den Broek en Korthals Altes het niet in hun hoofd hebben durven halen deze affaire domweg in de doofpot te stoppen.’ 

‘ Niemand minder dan Henry Kissinger merkte later met afgrijzen op, ‘Business leaders and public figures were nearly abject in their eagerness to celebrate a new era, and reluctant even to imply that grave issues remained to be solved or that any relationship might be established between their investments and Soviet international behavior.’ 

‘Gregory Bateson stelde reeds jaren geleden voor, dat er naar ‘een nieuwe ecologie’ voor onze breinen toegewerkt zou moeten worden. Wie weet naderen we inderdaad nog eens een tijdperk, waarbij ‘the rise of an economic man’ plaats zal inruimen voor ‘the rise of a psychologica man.’ 

‘Hoe bekwamer we de externe wereld beheersen, hoe noodzakelijker het wordt, dat we meer inzicht hebben op onze interne wereld. Want al zijn het universum en onze planeet honderden miljoenen jaren oud, onze beschaving bestaat pas enkele duizenden jaren. Onze breinen gaan dan ook nog steeds gebukt onder een niet-aflatende stroom van onbeantwoorde vragen, waar onze interne wereld zich het hoofd over breekt.

‘Douglas Hofstadter, ‘Wanneer we denken over denken over onszelf, waar denken we dan over?’ Van denken over het verleden gaat een hypnotische kracht uit. Ik merk dit bij het teruglezen en bewerken van mijn dagboeken, wat te vergelijken is met een ‘blind-date’ met de ‘eigen-ik’. Een proustiaanse ontdekkingsreis naar de kern van ‘Awareness’ in het dagboek van een individu zal misschien niet de hele persoonlijkheid verklaren, maar het kan een belangrijke stap zijn in het verkrijgen van meer begrip hoe andere mensen functioneren. 

Tags:

no©2024 or ant other year

Login met je gegevens

Je gegevens vergeten?